In Nederland weet je vaak wel hoe een theorie-examen verloopt, je kunt er veel informatie over vinden op deze website. Maar hoe zit dat in andere landen, zoals België, Italië of Engeland? Je zou denken dat dit niet relevant is om te weten, maar vaak worden er onderdelen van het theorie-examen (of praktijkexamen) die in het ene land gehanteerd worden, overgenomen door een ander land. Zo liepen wij in Nederland, als het om het praktijkexamen ging, eerst voorop bij het onderdeel zelfstandig rijden en de zelfreflectie, maar ondertussen hebben andere landen dit ook overgenomen. Daarnaast is het ook interessant om te zien hoe de theorie-examens in andere landen verschillen met die in Nederland.
Theorie-examen in Nederland
Je moet in Nederland eerst voor het theorie-examen geslaagd zijn voordat je het praktijkexamen mag aanvragen. Het is aan te raden om je theorie-examen aan het begin of voor de rijlessen te maken – hierdoor kan je de geleerde theorie toepassen in de praktijk – maar het is vooral aan jou wanneer je het examen maakt. Het theorie-examen maak je in een van de CBR-examencentra in Nederland en het examen duurt ongeveer een half uur tot drie kwartier. Je moet in totaal 65 vragen beantwoorden, waaronder 25 gevaarherkenning, waar je 13 vragen van goed moet hebben, en 40 vragen over de verkeersregels, waarvan je 35 vragen goed moet beantwoorden. Meer informatie over hoe het er aan toe gaat bij het maken van een theorie-examen in Nederland vind je hier.
Theorie-examen in België
In België moet je, net als in Nederland, geslaagd zijn voor het theorie-examen voordat je het praktijkexamen kan afleggen. Alleen mag je in België nog niet beginnen met de rijlessen voordat je het theorie-examen hebt gehaald. Je krijgt namelijk een voorlopig rijbewijs, die je binnen drie jaar na het halen van je theorie-examen moet aanvragen. Met dat voorlopig rijbewijs mag je de praktijklessen volgen. Daarnaast geldt in België dat als je twee keer achter elkaar bent gezakt voor je theorie-examen, je verplicht 12 uur theorieles moet volgen bij een rijschool. Tijdens het theorie-examen krijg je 50 vragen die reële verkeerssituaties laten zien. Je kunt dan steeds kiezen uit twee of drie antwoorden. Het examen kan afgelegd worden door een zelf bepaald tempo met maximaal 15 seconde bedenktijd per vraag. Van de 50 vragen moet je er 41 goed hebben om te kunnen slagen. Je krijgt aan het einde meteen te horen of je geslaagd bent of niet. Na het examen kun je ervoor kiezen om alleen de fout beantwoorde vragen met het correcte antwoord of geen enkel antwoord te bekijken. Als je dan geslaagd bent voor het theorie-examen, maar nog niet in het bezit bent van een rijbewijs, moet je eerst een oogtest afleggen. Als je niet voor deze test slaagt, moet je een onderzoek laten doen bij een oogarts. Als je na het slagen voor het theorie-examen een voorlopig rijbewijs hebt aangevraagd, mag je beginnen met de rijlessen.
Theorie-examen in Duitsland
In Duitsland moet je een EHBO cursus van ongeveer acht uur afleggen om uiteindelijk te kunnen slagen voor een rijbewijs. Daarnaast moet je, voordat je het praktijkexamen mag maken, een oogtest doen bij een opticien. Het examen bestaat uit 30 vragen, waarvan de meeste meerkeuzevragen zijn. Hierbij zijn soms meerdere antwoorden op één vraag correct en moet je dus ook voor meerdere antwoorden kiezen. Voor het fout beantwoorden van een vraag kan je tussen de twee en vijf (dit ligt aan de moeilijkheid van de vraag) minpunten krijgen. Als je aan het einde van het examen 10 of meer minpunten hebt, ben je niet geslaagd voor het examen. Nadat je bent geslaagd voor het theorie-examen is deze 12 maanden geldig. Het is aanbevolen om in die 12 maanden het praktijkexamen af te leggen en ervoor te slagen. Als dit niet lukt, moet je namelijk opnieuw je theorie-examen halen. Dit is ook zo in Nederland, alleen is hier een theorie-examen die voldoende is verklaard anderhalf jaar geldig.
Theorie-examen in Engeland
In Engeland moet je, voordat je het praktijkexamen mag maken, eerst slagen voor je theorie-examen, net zoals dat in Nederland gaat. Op het theorie-examen krijg je twee onderdelen: meerkeuzevragen met vragen over de verkeersregels en een zogenaamde ‘hazard perception’ gedeelte. Het eerste gedeelte bestaat uit 50 meerkeuzevragen, waarvan je er 43 goed moet hebben om te kunnen slagen voor dat gedeelte. Sommige vragen kunnen meer dan één goed antwoord hebben. Je kan ook terug naar vorige vragen in het examen of je kan een bepaalde vraag markeren om ervoor te zorgen dat hij later in het examen nog een keer langs komt. Het kan ook voorkomen dat je een case study krijgt in je test. Hierbij krijg je een kort verhaaltje waar dan ongeveer vijf vragen over gesteld worden. Deze case study is gebaseerd op gebeurtenissen die je tijdens het rijden zelf ook tegen kan komen. Je krijgt uiteindelijk 57 minuten om dit onderdeel van het examen te maken. Voordat je verder gaat met het tweede gedeelte mag je tot drie minuten rust houden. Het laatste gedeelte lijkt een beetje op het gevaarherkenning gedeelte in Nederland, je moet hierbij snel reageren op een verkeerssituatie die zich voordoet. Je krijgt in Engeland alleen niet de keuze uit drie verschillende opties. Je krijgt een filmpje te zien van een alledaagse verkeerssituatie waarbij je over een weg rijdt. Je moet dan reageren op ‘developing hazards’, situaties waarbij het mogelijk nodig is om van snelheid te veranderen of een andere verandering te verrichten. Je krijgt 14 van zulke filmpjes te zien, met allemaal minstens één ‘developing hazard’. In een van de 14 filmpjes zijn er twee situaties aanwezig waar je op moet reageren. Als je bij een situatie die je op het filmpje tegenkomt bijvoorbeeld je snelheid zou aanpassen, moet je op het scherm klikken. Hoe sneller je reageert op de situatie, hoe meer punten je krijgt. Je kunt vijf punten per situatie krijgen en uiteindelijk moet je 44 punten van de 75 halen om te slagen voor het onderdeel. Je moet voor beide gedeeltes geslaagd zijn om voor het theorie-examen te slagen, dus als je zakt voor een van de twee gedeeltes, moet je het theorie-examen weer opnieuw doen.
Theorie-examen in Zweden
Voordat je het theorie-examen en praktijkexamen in Zweden mag maken, moet je eerst een zogenaamde ‘riskutbildning’ volgen. Dit is een soort training en bestaat uit twee delen. Bij de eerste komt alcohol, drugs, vermoeidheid en gevaarlijk gedrag aan de orde en bij de tweede gaat het over snelheid, veiligheid en rijden in bijzondere omstandigheden. Bij deze trainingen krijg je bijvoorbeeld eerst klassikaal informatie over het veilig rijden in bijzondere omstandigheden. Hierna moet je met de auto een weg afleggen waar olie overheen is gespoten. Je moet dan sturen en de auto draaien op een weg met olie zodat je veilig leert rijden in zulk soort omstandigheden. Je moet deze trainingen eerst voltooid hebben voordat je het theorie-examen en praktijkexamen mag aanvragen. Het halen van deze trainingen is voor vijf jaar geldig. In Zweden moet het theorie-examen tegelijk aangevraagd worden met het praktijkexamen. Dit betekent dat je daar dus niet ver van te voren jouw theorie-examen kan halen. Het theorie-examen moet daarentegen wel, net als in Nederland, eerder gemaakt worden als het praktijkexamen. Toch mag je als je de eerste keer niet slaagt voor je theorie-examen nog wel je praktijkexamen maken en je mag ze ook allebei op dezelfde dag maken. Als je een examen niet gehaald hebt, heb je twee maanden de tijd om een van de twee, of beide, examens opnieuw te doen. Haal je het niet binnen die tijd, dan moet je beide examens opnieuw maken en dus ook de bijbehorende prijs betalen. Je moet dan ook weer beide examens tegelijk aanvragen. Bij het theorie-examen in Zweden krijg je 65 vragen, waarvan je er 52 goed moet beantwoorden om te kunnen slagen.
Theorie-examen in Italië
Voordat je in Italië het theorie-examen mag maken, moet je eerst een onderzoek laten doen voor je gezondheid. Je moet een kleurenblindheid-, een bloeddruk- en een oogtest laten doen en gezond verklaard worden. Het theorie-examen moet gemaakt worden in een officieel examencentrum en kan tegenwoordig alleen nog gemaakt worden in het Italiaans en niet meer in een andere taal. In het examencentrum krijg je het theorie-examen in een ruimte met computers voor het examen. Je krijgt een computer toegewezen waar je het examen aan moet doen. Daar krijg je uitleg over hoe het maken van het theorie-examen in zijn werk gaat en daarna mag je beginnen. Het theorie-examen bestaat uit 40 vragen die beantwoord moeten worden met waar of niet waar. Hiervan moet je 36 vragen goed beantwoorden. Je krijgt 30 minuten de tijd om het examen te maken. Dit mag dan op je eigen tempo, als alle vragen in het examen maar binnen de 30 minuten zijn gemaakt. Als je klaar bent met de test moet je buiten de ruimte waar je het examen hebt gemaakt op jouw resultaat wachten. Je krijgt dan alleen te horen of je geslaagd of gezakt bent, het aantal fout krijg je er nog niet bij te horen. Dit komt een of twee dagen later wel online te staan. Daarnaast kan iedereen (vóór het maken van het theorie-examen) een ‘foglio rosa’ aanvragen, dit is een leervergunning voor het leren autorijden. Je krijgt daarbij drie kansen om je rijbewijs te halen en te slagen voor beide testen (theorie en praktijk). Dit betekent dat als je twee keer zakt voor je theorie of praktijkexamen, je meteen geen andere examens meer mag afleggen. Je moet dan eerst een nieuwe ‘foglio rosa’ aanvragen om de testen opnieuw te kunnen maken.
Laatst gewijzigd: 9 april 2015 « Ga terug naar het nieuws / blog overzicht